Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Attii

betekenis & definitie

Attii - 1) Attius (of Attus) Navius, augur tijdens koning Tarquinius Priscus, verzette zich tegen de verdubbeling van het getal riddercenturiën en sneed, om zijne onfeilbaarheid te bewijzen, een slijpsteen met een scheermes door. Er stond een standbeeld van hem met omhuld hoofd (capite velato) op het Comitium, en daarbij de ficus Navia of Ruminalis, z. Rumina.—2) T. (Attius) Labiēnus zie Labieni no. 1).—3) Q. (Attius) Labienus, zoon van no. 2, zie Labieni no. 2).—4) P.

Attius Varus, propraetor van Africa in ± 51, koos de partij van Pompeius, voor wien hij vruchteloos het landschap Picēnum zocht te behouden, stak vervolgens naar Africa over, waar hij echter door Caesars legaat Curio (z. Scribonii no. 6) verslagen werd, en sneuvelde later bij Munda.—5) M. Attius Balbus, praetor vóór het jaar 59, gehuwd met Julia, de zuster van C.

Julius Caesar, gaf zijne dochter Attia tot vrouw aan Cn. Octavius, den vader van den lateren keizer Augustus.—6) L. Attius (Accius), zoon van een vrijgelatene, beroemd rom. treurspeldichter, schrijver van talrijke stukken, ook nationale (als Decius, Brutus), naar grieksch model gevormd.

Er zijn slechts fragmenten van overgebleven. Hij leefde van 170 tot ongeveer 94.—7) Attia, moeder van Octaviānus, zie no. 5.

< >