Arsaces - Ἀρσάκης. In het midden der derde eeuw kwam zekere Arsaces, volgens sommigen van scythische, volgens anderen van perzische afkomst, in opstand tegen den syrischen koning Antiochus II. Het gelukte hem, rondom de stad Hecatompylos een klein rijk te stichten, dat onder zijne opvolgers door veroveringen zich uitbreidde tot het later zoo machtige parthische rijk.
De door Arsaces I gestichte dynastie wordt die der Arsaciden genoemd. De eigenlijke grondlegger van de macht der Parthen was de broeder en opvolger van Arsaces I, Arsaces II Tiridātes (248–211), die na eene schitterende overwinning op de Syriërs (238) zijne regeering over Hyrcania, Arīa, Drangiāna en Sogdiāna uitbreidde. Na hem regeerden nog acht of negen en twintig koningen, die allen, behalve hun anderen naam, ook den naam of titel Arsaces hebben gevoerd.
De laatste, Artabānus IV, kwam in 227 na C. om, toen, in plaats van het parthische, een nieuw-perzisch rijk verrees, onder de dynastie der Sassaniden.