Aristophanes - Ἀριστοφάνης, 1) de grootste der atheensche blijspeldichters, waarschijnlijk geb. in 444, gest. in 385. Over zijn leven is weinig bekend. In zijne stukken, die zich bijna alle op politiek gebied bewegen, kiest hij zeer beslist partij tegen het rustelooze drijven van de oorlogspartij en tegen de demagogen en de door hen meer en meer ontaardende democratie.
Misschien beoordeelt hij in zijne bewondering voor het voorgeslacht zijn eigen tijd wel wat al te streng, in ieder geval spreekt uit zijne werken oprechte vaderlandsliefde, en kan het niet verwonderen dat hij vurig verlangde naar rustiger en gelukkiger tijden dan die, waarin hij werkzaam was. Hij werkte voor het tooneel van 427–388, in dien tijd schreef hij 40 (v. a. 50) stukken, terwijl nog vier door sommigen aan hem, door anderen aan Archippus toegeschreven werden. Hiervan bestaan, behalve een groot aantal fragmenten, nog elf, de eenige overblijfsels der oude attische comedie die in hun geheel bewaard zijn.
Het zijn de Ἀχαρνῆς, opgevoerd bij de Λήναια (Jan.-Febr.) van het jaar 425, Ἱππῆς (Lenaea 424), Νεφέλαι, (oorspronkelijk opgevoerd bij de Διονύσια van het jaar 423, toen het stuk gevallen is; over is slechts de omwerking), Σφῆκες (opgevoerd Lenaea 422), Εἰρήνη (Dionysia 421), Ὄρνιθες (Dionysia 414), Λυσιστράτη (Lenaea 411), Θεσμοφοριάζουσαι (Dionysia 411), Βάτραχοι (Lenaea 405), Ἐκκλησιάζουσαι (389, v. s. 392), Πλοῦτος (388). Zij munten uit door taal en versbouw, vinding en geest, al moge de scherts ons dikwijls wat ruw toeschijnen.—2) van Byzantium, geb. omstreeks 260, studeerde te Alexandrië onder Zenodotus en Callimachus en werd een uitstekend taalgeleerde. Hij bezorgde uitgaven van Homērus en andere dichters en voerde het gebruik van accenten in.
Hij stierf, 77 jaar oud, als bibliothecaris te Alexandrië.