Kroongoud - (Aurum coronarium) Naar een oud Perzisch of ander oosters gebruik, dat aan het einde van de Republikeinse periode ook in het Romeinse Rijk in zwang raakte, schonk de provincie of de stad, bevrijd door een militair optreden, aan de zegevierende veldheer gouden kronen om zijn triomf op te luisteren. Naderhand werd de kroon vervangen door geld, aurum coronarium genoemd. Deze schenking mocht evenwel dan pas toegekend worden, wanneer de senaat te Rome zijn instemming met de triumphus had betuigd. Dit gebruik werd ook in Italië ingevoerd en was onder Caesar vrij algemeen. Soms werd deze eer aangeboden door heel het Romeinse volk, zoals aan Antonius bij zijn triomftocht van 41 v.C.
Na de slag van Actium, in 29 v.C., boden al de steden van Italië Augustus kroongoud aan. Deze weigerde en aanvaardde slechts dergelijke giften van de provincies.
Onder het Keizerrijk werd het kroongoud een belasting, die geëist werd bij de troonsbestijging van een nieuwe keizer, een overwinning enz. Sommige keizers, zoals Caracalla, vierden denkbeeldige triomfen over denkbeeldige overwonnenen, om zich kroongoud te doen toekennen.