Colosseum - Laat-Romeinse of middeleeuwse benaming van het Amphitheatrum Flavium. Deze benaming is ontleend aan het enorme beeld van Nero, dat in de nabijheid hiervan stond.
Trouwens, dit grote bouwwerk is op getrokken op de gedempte vijver bij zijn gouden paleis, domus aurea, aan de voet van de Esquilinus, ten oosten van het Forum Romanum. Men begon met de bouw op last van keizer Vespasianus in 69 n.C. Tien jaar later waren van het bouwwerk de belangrijkste delen klaargekomen, doch eerst in juni 80 n.C. kon het door zijn zoon, keizer Titus, ingehuldigd worden. De volledige afwerking gebeurde in 81 onder Domitianus.
Het Amphitheatrum, gebouwd in een elliptische vorm, heeft in de richting van zijn grootste as een lengte van 188 m, een breedte van 156 m en een hoogte van bijna 50 m. Langs de buitenzijde zijn vier verdiepingen zichtbaar, elk versierd met halfverheven zuilen in de drie Griekse bouworden: Dorisch, Ionisch en Korinthisch. De bovenste verdieping was in effen vlakken gelaten met beeldhouwwerk als versiering en met gaten en steunblokken voor de scheepsmasten, waaraan zeilen vastgemaakt konden worden door bedreven scheepsvolk, zodat de ruimte met zitbanken voor de toeschouwers in de schaduw lag. Men schat de toeschou- wersruimte voldoende groot voor 45.000 zitplaatsen. Tussen de onderste, Dorische zuilen waren 80 arcaden aangebracht, waarvan er 76 genummerd waren. Dit nummer stemde overeen met dat van de toegangspenningen van het publiek. Van de overige toegangsarcaden was de eerste bestemd voor de keizer met zijn familie, de tweede voor de organisators van spelen en vertoningen, de derde voor de pompa, de publiciteitsstoet, en de vierde voor het weghalen van krengen en lijken.
De arena zelf, 86 m bij 56 m, had een stenen onderbouw, waar in gangen en bergplaatsen alles ter beschikking lag wat maar voor het decor dienstig kon zijn.
Het was zelfs mogelijk de arena onder water te zetten om het schouwspel van een zeeslag aan het publiek te kunnen aanbieden. Dit was weer eens iets anders dan de gewone programma’s (gladiatorengevechten en jachttonelen).