Gepubliceerd op 06-09-2017

Aquaeductus

betekenis & definitie

Aquaeductus - Grote waterleiding, dienend om de steden van zuiver water te voorzien.

Voor de Romeinen was dit een noodzaak; daarbij waren zij er zo op gesteld, dat zij met dat doel een bijzondere dienst hebben opgericht. Deze dienst, de cura aquarum, moest erover waken dat het water naar Rome kwam, soms van over een afstand van tientallen kilometers, uit de Albaanse bergen en de uitlopers van de Apennijnen. Er waren drie soorten van waterleidingen:

1. gemetselde leidingen, als grachten, kunstmatig aangelegd boven op arcaden;
2. leidingen met loden buizen;
3. leidingen in buizen van gebakken aardewerk.

De eerste soort kwam het meest voor en nu nog zijn er overblijfselen van te zien in de Romeinse Campagna. Om in de valleien de noodzakelijke helling voor het regelmatig doorstromen van het water te behouden, werden er booggewelven aangelegd, soms zelfs met twee of drie verdiepingen. Om de eventuele druk van het water te breken werden loden buizen gebruikt en werd het principe van de hevel toegepast met een ontdubbelde leiding.

Elf verschillende aquaeducti naar Rome zijn bekend, waarvan de grootste en belangrijkste waren:

1. Aqua Appia, aangelegd door Appius Claudius Caecus in 312 v.C.
2. Aqua Aniesis Vetus, begonnen in 273 v.C. door M. Curius Dentatus en voltooid door Fulvius Flaccus. Deze leiding nam het water van de rivier de Anio op voorbij Tibur op ruim 30 km van Rome.
3. Aqua Marcia, een zeer grote leiding, aangelegd door de praetor Q. Marcius Rex in 144 v.C. Zij werd door zulke hoge bogen gedragen dat ze het water ijskoud tot boven op de top van het Capitolium bracht.
4. Aqua Tepula, aangelegd in 126 v.C. door de censores Servilius Caepio en L. Cassius Longinus. Deze leiding kwam samen met de Aqua Marcia Rome binnen. Ze nam het water op langs de via Latina, uit de velden van Lucullus.
5. Aqua Iulia, een arm die de leiding van de Aqua Marcia versterkte en hiermede samen Rome binnenkwam; ze werd door Augustus in 33 v.C. aangelegd.

Deze vijf waterleidingen werden door Augustus in 5-4 v.C. op eigen kosten hersteld.

6. Aqua Claudia is de gedeeltelijk bewaarde en door vele publikaties bekende waterleiding uit de Romeinse Campagna, die onder keizer Claudius werd aangelegd.
7. Aqua Traiana bracht voor het eerst een goede watervoorziening in de wijk Transtiberim.

Alle aquaeducti werden door de Goten in 537 n.C. verwoest.

Ook in de provincies werden waterleidingen aangelegd in de belangrijkste steden. Hiervan zijn de voornaamste: de Pont du Gard van Nîmes (Nemausus); die van Constantinopel, nog in gebruik en daterend uit de tijd van keizer Valens (364-378); de aquaeductus van Segovia en Tarragona in Spanje. Het water werd door de grote waterleidingen naar de stad gebracht, waar het opgevangen werd in verzamelbakken (castella) en langs buizen verder geleid naar de openbare badinstellingen, de bronnen en de particuliere woningen. Over een en ander zijn we ingelicht door S. Iulius Frontinus, die in 97 n.C. curator aquarum was en over de waterleidingen van Rome een boek publiceerde.

Ook in de Griekse wereld waren waterleidingen bekend.In de 6e eeuw v.C. liet Peisistratos ze in Athene bouwen, en Polykrates legde ze aan op Samos. In de hellenistische periode hadden bijna alle belangrijke steden zulke waterleidingen. De Grieken gaven de voorkeur aan leidingen onder hoge druk met ondergrondse buizen in aardewerk, lood of steen. Het water, dat van hooggelegen bronnen werd genomen, werd naar lagergelegen stadsdelen geleid volgens het systeem van de communicerende vaten.

< >