In de Middeleeuwen trokken feestelijk geklede muzikanten en voordrachtskunstenaars van dorp naar dorp en zongen daar hun liederen of droegen hun gedichten voor. Bovendien verstrekten ze de dorpelingen het laatste nieuws uit verre streken.
Kranten waren er immers niet en alleen zij, die veel reisden en trokken, waren enigszins op de hoogte met wat er in de verschillende delen van Europa gebeurde. Vooral omdat ze, behalve in de dorpen, ook vaak optraden in de burchten en kastelen van de leidende figuren uit die tijd.De liederen en verzen van minstrelen en troubadours waren van allerlei soort. Sommigen bezongen de beroemde daden van krijgshelden; andere verhaalden over de geschiedenis van stad of land; weer anderen verheerlijkten de liefde of bezongen de schoonheid en de deugden van bekende edelvrouwen.
Troubadours en minstrelen hebben veel bijgedragen aan het in stand houden van de liefde voor muziek en letterkunde gedurende de ‘donkere’ Middeleeuwen.