Naar gelang een voorwerp ten opzichte van de toeschouwer anders is geplaatst of zich op een andere afstand bevindt, lijken vormen, afmetingen en kleuren van het voorwerp te veranderen. Wanneer zo’n voorwerp nu op een plat vlak afgebeeld moet worden, dienen er bepaalde methoden gebruikt te worden om die schijnbare veranderingen weer te geven.
Wat die methoden zijn en hoe ze moeten worden toegepast, vertelt ons de leer van het perspectief, die vooral voor kunstenaars van zeer grote betekenis is.
Er is een tijd geweest, dat schilders en tekenaars het perspectief geheel verwaarloosden. Dat was bijvoorbeeld het geval met de Egyptische kunst en met bepaalde vormen van hedendaagse primitieve kunst. Na tal van mislukte pogingen slaagde men er tenslotte tijdens de renaissance in oplossingen te vinden voor de vraagstukken van het perspectief. Sindsdien is het mogelijk de zichtbare wereld af te beelden zoals ze zich in werkelijkheid aan ons voordoet.