Alfred (1833 1896) De Zweedse scheikundige Alfred Nobel is, behalve door de Nobelprijs, vooral bekend geworden door zijn onderzoekingen op het gebied van de springstoffen. Zijn eerste idee was het gebruik van nitroglycerine als een explosief.
In 1867 vond hij het dynamiet uit, dat weldra overal ter wereld werd gebruikt voor het aanleggen van mijngangen; het laden van projektielen, etc. De uitvinding leverde Nobel zoveel geld op, dat hij al heel spoedig eigenaar was van een twintigtal fabrieken. In 1881 voegde hij een nieuwe springstof aan zijn reeks toe: het zg. gummi-dynamiet. In 1887 accepteerde de Italiaanse regering zijn procédé voor de vervaardiging van rookloos kruit.Nobel was tenslotte eigenaar van talrijke fabrieken en laboratoria in Zweden, Duitsland en Italië. Hij deed talrijke onderzoekingen, vooral op het gebied van kunstmatige rubber en het voorkómen van roest in vuurwapens. In zijn testament stelde hij de prijs in, die naar hem de Nobelprijs is genoemd; zijn grote vermogen liet hij na aan een stichting, die voor het toekennen van de (jaarlijkse) prijzen zou moeten zorgdragen. Elk jaar zijn er vijf prijzen beschikbaar voor waardevol werk op het gebied van de natuurkunde, de scheikunde, de medische wetenschap, de letterkunde en de vrede. Met deze laatste prijs heeft Alfred Nobel waarschijnlijk een tegenwicht willen scheppen voor het feit, dat zijn uitvindingen geleid hebben tot de constructie van tal van nieuwe oorlogswapens.