Ned. politicus, *17.12.1894 Akersloot. ✝ 10.3.1977 Haarlem. Civiel ingenieur; 1926 hoogleraar te Delft.
Voerde in Nederland de luchtfotogrammetrie als hulpmiddel bij de kartering in. Tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet en bracht 20 maanden door als gijzelaar in Duitse gevangenschap. Na de oorlog medeoprichter en voorzitter van de → Ned. Volksbeweging, en medeoprichter van de PVDA; 1945-46 ministerpresident en 1946 voorzitter van de commissie-generaal voor Ned.-Indië. Zijn stellingname ten gunste van een snelle soevereiniteitsoverdracht aan deze Ned. kolonie ontmoette in Nederland heftige kritiek. Hij tekende het Akkoord van Linggadjati (15.11.1946); 1947 lid van de Tweede. 1951—65 van de Eerste Kamer voor de PVDA, 1951—64 bovendien directeur van het internationaal opleidingscentrum voor luchtkartering te Delft.
Werk: Ministerpresident van herrijzend Nederland (1977; met inl. van W.Drees sr. en A.J.van der Weele). Uitgave: Dagboek 1946 47, door C.Smit (2dln. 1970).Litt. F.J.F.M.Duynstee en J.Bosmans. Het Kabinet Schermerhorn-Drees (1976); P.van 't Veer. Sjahrir en Schermerhorn (in: Holl. Mbl. 1976/77); A.G.J.Dietvorst. In memoriam Prof.Dr.Ir.W.Schermerhorn (in: Geogr. Tijdschr. 1977).