Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Vrijzinnig protestantisme

betekenis & definitie

richting in het Ned. protestantisme. die deels stoelt op het 16e-eeuwse erasmiaanse humanisme, maar pas contour kreeg in de 19e eeuw door de theologen Hoekstra. Opzoomer en Scholten.

Deze ‘modernisten' brachten een humanistische en optimistische theologie, die tegelijk universalistisch en supranaturalistisch was. Zij ontkenden wonderen; leergezag en ethisch gezag berusten bij de mens zelf (autonomie), niet in bijbel, confessie of kerk. God kan men ook kennen uit de natuur en uit niet-christ. godsdiensten. Zgn. rechtsmodernen (Heering, Lindeboom. Roessingh) verzetten zich tegen deze extreme richting. de zgn. links-vrijzinnigen hielden zich aan de radicale kritiek (G.van den Bergh van Eysinga) en benadrukten de noodzakelijkheid van de synthese evangelie-cultuur. Uiterst links vindt men dan de → Zwinglibond.

De Tweede Wereldoorlog bracht grote verschuivingen in het vrijzinnig protestantisme. Er werd een Centrale Commissie voor het vrijzinnig protestantisme gevormd waarin de vrijzinnigen van herv., remonstr.. luth. en (deels ook) doopsg. huize samenwerkten, evenals in de radio-omroep (VPRO). in de Vrijzinnig Prot. Jeugdcentrale en in de Centrale voor Maatschappelijk Werk.Litt. C.N.Impeta. Kaart van kerkdijk Nederland (3e dr. 1972).

< >