Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Rudolf van Zahringen

betekenis & definitie

(Radulphus). prins-bisschop van Luik (1167-91), *ca. 1128. ✝ 5.8.1191 Freiburg; zoon van hertog Koenraad van Zahringen en neef van de graven Hendrik van Namen en Boudewijn iv van Henegouwen. Vergezelde keizer Frederik Barbarossa tussen 1154 en 1164 op diens veldtochten in Italië.

Toen hij de keizer een bedrag van 1000 mark leende voor een oorlog tegen de Lombarden, gaf deze hem alle rijksdomeinen bewesten de Maas (uitgezonderd de proosdij van St.Servaas te Maastricht en de abdij van Nijvel) in onderpand. Na de nederlaag van Frederik (1177) onderwierp Rudolf zich aan paus Alexander m. Een conflict met de graaf van Loon eindigde mei een Luikse overwinning; waarschijnlijk heeft deze graaf de bisschop als zijn leenheer moeten erkennen. Rudolf lijfde de burchten Duras, Clermont en Rochefort bij het bisdom in. Zijn episcopaat was van belang voor de ontwikkeling van de Luikse stedelijke autonomie: naast de schepenen werd een stadsraad van twaalf gezworenen ingesteld (1185). Nam deel aan de derde kruistocht en overleed kort na zijn terugkeer.LITT. E.Schoolmeesters. Les Regesta de Raoul de Zahringen (in: Buil. Soc. d'Art et d'Hist. du dioc. de Liège i, 1881): Biogr. Nat. de Belg. 18; A.Guntermann. Rudolf von Zahringen (1893): J.L.Kupper. Raoul de Zahringen. évêque de Liège (1974).

< >