bisschop van Utrecht (1423—55), * ca. 1400 ✝ 24.3.1455 burcht Ter Horst (bij Rhenen). Tot bisschop van Utrecht gekozen door toedoen van de Lichtenbergers (→ Lichtenbergers en Lokhorsten; begin van het → Utrechts Schisma).
Paus Martinus v benoemde 1425 echter, op aandrang van Filips de Goede van Bourgondië. Zweder van Kuilenburg. Rudolf oefende de macht uit in het Oversticht, Zweder in het Nedersticht. In 1432 kreeg Rudolf de pauselijke erkenning, maar toen werden Zweder en na diens dood (1433) zijn opvolger Walraven van Meurs als tegenbisschoppen door het Concilie van Bazel gesteund. Walraven deed echter 1448 afstand. Rudolf werd in dat jaar verdreven, na onenigheid met zijn onderdanen, maar keerde 1449 terug.
Raakte 1454 door een oorlog met Munster, waar hij zijn broer Koenraad bisschop wilde maken (→ Munsterse Oorlog) opnieuw in conflict met Utrecht, dat geld voor deze oorlog weigerde. Het schijnt dat Rudolf aan aftreden heeft gedacht, maar voordien stierf hij.