Ned. jurist en politicus, *5.12.1886 Purmerend, ✝ 12.8.1968 Rotterdam. Studeerde rechten te Amsterdam: 1917-33 secretaris van de → Vrijzinnig Democratische Bond en lid van de Tweede Kamer. 1933-37 minister van Financiën.
Hij devalueerde 1936 de gulden door loslating van de gouden standaard; 1937 opnieuw lid van de Tweede Kamer; 1938-52 burgemeester van Rotterdam (1941—45 door de Duitsers ontslagen). Sloot zich 1946 met de Vrijzinnig Democratische Bond aan bij de Partij van de Arbeid, maar verliet deze partij 1947, vooral uit onvrede met het Indië-beleid. Jan. 1948 werd een fusie tot stand gebracht tussen de groep-Oud en de toenmalige Partij van de Vrijheid van D.U.Stikker, het resultaat was de → Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD). Tot 1963 leidde Oud de VVD-fractie in de Tweede Kamer; 1963 minister van staat; 1952-57 hoogleraar staats- en administratief recht te Rotterdam. Werken; Honderd jaren, 1840-1940 (1946; 7e dr. 1979. aangevuld door J.Bosmans), Het constitutioneel recht van het Koninkrijk der Nederlanden (2 dln. 1947 48; supplement 1954). Het jongste verleden, parlementaire geschiedenis van Nederland 1918-40 (6 dln. 1948-51).Litt. Mr.P.J.Oud gezien door zijn tijdgenoten (1951); H.J.L.Vonhoff, Bewegend verleden. Een biografische visie op prof.mr.P.J.Oud (1969).