Ned. publicist, *1618 Leiden, *27.4.1685 Amsterdam. Meester in de beide rechten; daarna lakenfabrikant te Leiden; sedert 1673 gevestigd te Amsterdam.
Hij schreef Het welvaren der stad Leyden. waarin hij de dwang van de gilden, waarvan hij als lakenfabrikant de nadelen had ondervonden, bestreed en de vrijheid van bedrijf verdedigde. Op aanmoediging van Johan de Witt breidde hij dit werk in 1662 uit tot: Interest van Holland; een omwerking en verdere uitbreiding verscheen in 1669. anoniem als Aanwysing der heilsame politike gronden en maximen van de Republike van Holland en West-Friesland. Hij verdedigde in deze werken de economische, godsdienstige en staatkundige vrijheid volgens de beginselen van de staatsgezinde partij. Johan de Witt heeft aan de totstandkoming van de ‘Interest* deel gehad, maar over de omvang daarvan zijn de meningen verdeeld. Om aan te tonen, dat het grafelijk gezag in Holland nooit soeverein was geweest, dat de soevereiniteit in de republiek niet bij de regenten lag, maar van de bourgeoisie uitging, schreef hij Historie der gravelike regeering in Holland. De la Court verkeerde in de kring der cartesianen te Leiden en bouwde zijn politieke stellingen op de grondslagen van Thomas Hobbes.
Werken: Het welvaren der stad Leyden (1659), Interest van Holland, ofte gronden van Holland’s Welvaren, aangewezen door V.D.H. (= van den Hove) (1662), Historie der gravelike regeering in Holland (1662), Aanwysing der heilsame politike gronden en maximen van de Republike van Holland en West-Friesland (1669). Uitgave: Brieven van P.de la Court, door J.H.Kernkamp (1956-58).Litt. T.van Tijn, P.de la Court (in: TvG 69. 1956; met litt.).