Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Oostendse Compagnie

betekenis & definitie

handelscompagnie, door keizer Karel vi in de Zuidelijke Nederlanden gesticht om het economisch leven aldaar te bevorderen; door octrooi van 19.12.1722. kreeg de Compagnie impériale et royale des Indes Orientales, établie dans les Pays-Bas autrichiens voor 30 jaar het monopolie van de handel op Oost- en West-Indië en op Afrika. De Compagnie mocht verdragen sluiten met inlandse volken en koloniën stichten.

De schepen vertrokken vanuit Oostende (enige haven der Zuidelijke Nederlanden na de sluiting van de Schelde) naar China (Canton) en Indië (Gabelon en Banquibazar). Tegen de snelle bloei der Compagnie kwamen zowel Engeland als de Verenigde Provincies in verzet. De Noordnederlanders betwistten de rechtmatigheid op de Vlaamse koloniale handel met een beroep op De Groots De iure belli ac pacis, terwijl de Zuidnederlanders zich op zijn Mare liberum beriepen. Daar Karel vi hun akkoord nodig had voor de erkenning van zijn dochter Maria-Theresia als troonopvolgster (→ Pragmatieke Sanctie), schorste hij de Compagnie 31.5.1727 (Préliminairen van Parijs) en trok het octrooi 16.3.1731 in. → Verdrag van Wenen.Litt. Blankenheim. Gesch. van de Compagnie van Ostende (1861); M.Huisman. La Belgique commerciale sous Charles vi (1902); G.B.Hertz, England and the Ostend Company (1907); N.Laude, La Compagnie d'Ostende (1944); L.Michielsen, Het einde van de Oostendse Compagnie (in: Bijdr. tot de Gesch. 1937); F.E.R.de Pauw', Het Mare Liberum van Grotius en Pattijn (I960).

< >