Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Naarden

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Noord-Holland.

Het oorspronkelijke Naarden (Nardine), 2 km van het huidige, bestond al in de 10e eeuw; behoorde tot de goederen van de abdij Ellen; 1280 kreeg graaf Floris v van Holland Naarden en Naardingerland van de abdis in erfpacht (→ Het Gooi). De plaats werd bij de twisten tussen Hoeken en Kabeljauwen verwoest, waarna ca. 1350 het tegenwoordige Naarden als vesting ontstond; bleef tot 1926 vesting. 1572 namen de Spanjaarden de stad in. waarbij een groot deel van de bevolking, na in de hoofdkerk te zijn samengedreven, werd vermoord. In 1670 werd hier → Comenius begraven; 15e—18e eeuw kende de stad een belangrijke textielnijverheid.

Litt. L.Hortensius, Over de opkomst en de ondergang van Naarden (1866); R.A.B.Oosterhuis. J.A.Comenius en Naarden (1928); F.W.Drijver. Kaarden. Historie en monumenten (2 dln. 1932—36); A.C.J.de Vrankrijker, De textielindustrie van Naarden (in TvG, 1936); J.Poortenaar, De stad in de wallen (1950); C.A.de Bruyn en

W.H.Schukking, Naarden 1350-1950 (1950); P.W.de Lange. De uitmoording van Naarden in 1572 (in: Tussen Vecht en Eems, 1972); A.C.J.de Vrankrijker. De historie van de vesting Naarden (3e dr. 1978).

< >