Belg. r.k. politieke groepering in de 19e eeuw. Als moderne gecentraliseerde partij kwam zij pas tot stand in 1884, tijdens de → Schoolstrijd, ingevolge de versmelting van de Federatie der katholieke kiesverenigingen (1865) en de Bond der katholieke kringen (Fédération des cercles catholiques, 1868).
Wel vormde, sedert de oprichting van het onafhankelijke België in 1830—31, de katholieke opinierichting in het parlement een eigen groep, die als Rechterzijde bepaalde idealen nastreefde: eerbiediging van de kerkelijke belangen en inzonderheid ook van de gemeentelijke autonomie. Tot aan de stichting in 1884 van de Katholieke Partij was deze Rechterzijde echter verdeeld tussen liberaal-katholieken, die een verzoening nastreefden met de liberale staat en de Ultramontanen, die de katholieke staat van het Ancien Régime wilden herstellen. De Ultramontaanse richting verdween door het optreden van paus Leo XIII, doch na 1884 ontstond binnen de Katholieke Partij een nieuwe spanning tussen de Conservatieven en de Christen-Democraten (→ Fédération des Cercles et des Associations). Sedert 1905 moesten de Conservatieven op de kieslijsten plaatsen afstaan aan de Christen-Democraten, zodat toen reeds de partijorganisatie geleidelijk de weg insloeg van de standenvertegenwoordiging. Na de Eerste Wereldoorlog werd de Katholieke Partij in 1921 hervormd tot ccn standenpartij, onder de benaming → Belgische Katholieke Unie; zij bestond uit vier groepen of standen:1. de oude Federatie der katholieke kringen, bolwerk van het conservatisme;
2. de Belg. Boerenbond;
3. de Nation. Liga der Christ. Arbeiders;
4. de Federatie van de Middenstand.
Onder invloed van de taalproblemen in België, werd de Katholieke Partij in 1936 opnieuw gereorganiseerd, onder de benaming → Katholiek Blok, dat uit een Vlaamse en Waalse vleugel bestond. Deze toestand duurde tot na de Tweede Wereldoorlog, toen de Katholieke Partij opnieuw een eenheidspartij werd onder de benaming → Christelijke Volkspartij (CVP).
Litt. A.Melot. le Parti Cath. en Belgique (1934); G.Guyot de Mishaegen, Le Parti Cath. Belge de 1830 a 1884 (1946); K.van Isacker. Werkelijk en wettelijk land. De kath. opinie tegenover de rechterzijde 1863-84 (1955); A.Simon, Le Parti Cath. Beige 1830—1945 (1958); T.Luykx, Politieke geschiedenis van België van 1789 tot heden (3e dr. 1973).