Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Jointe

betekenis & definitie

[comité, commissie; Sp.: junta], in de 17e-18e eeuw regeringsinstelling in de Zuidelijke Nederlanden, belast met zaken die niet rechtstreeks tot de competentie behoorden van de Geheime Raad of van de Raad van Financiën. Als elementen van de groeiende staatsinmenging stonden de jointes direct onder de landvoogd; als zelfstandige instellingen volgden zij de procedure van de Collaterale Raden.

Men onderscheidt;Jointe van de → Bergen van Barmhartigheid (1652),

Jointe der Betwiste Gebieden (1740),

Jointe der Munten (1749),

Jointe der Amortisaties (1753—59),

Jointe der Besturen en Beden (1764),

Jointe der Wateren (1772).

Jezuïtisch Comité (1773-77)

Commissie voor Studiën (1777-84),

Religiekas (1783) en

Comité voor de Zeehandel (1781).

Litt. P. de Decker, Etude hist. et crit. sur les Monts de Piété en Belg. (1844); J.Mees, Invent. des arch. du Comite du commerce marit. (1904); A.Cosemans en J.Lavalleye. Invent. des arch. du Comité de la Caisse de Religion (1926); P.Lefèvre, Invent. des arch. de Ia Jointe des Amortisscments (1926); J.Lefèvre, Invent. des arch. de la Jointe des Eaux (1926); A.Bousse, In vent. des arch. de la Jointe des Administrations et des affaires des subsides (1937); M.Hélin, J.Grauwels en M.R.Thielemans, Invent. des arch. de la Jointe des Terres Contestées (1952); A.Gaillard, Invent. sommaire des arch. du Comité Jésuitique (z.j.); E. de Breyne. Invent. sommaire des arch. de la Jointe des Monnaies (z.j.); A.Gaillard. Invent. sommaire des arch. de la Comm. roy. des Etudes (z.j.).

< >