Ned. protestants theoloog. *17.8.1811 Vleuten. ✝ 10.4.1885 Leiden. Hoogleraar te Franeker (1840). 1843-81 te Leiden: pleitte voor een redelijke religie en werd daarmee de grondlegger van het → modernisme in protestants Nederland.
Zijn De leer der Hervormde Kerk (1850; 4e dr. 1861) getuigt van vertrouwen in de zedelijke vooruitgang, maar toont tevens een natuurwetenschappelijk determinisme. Werken: Historisch-critische Inleiding op het N. Testament (1885), De vrije wil (1858).Litt. G.Brillenburg Wurth. J.H.Scholten als syst. theoloog (1927).
