Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Joan Maetsuycker

betekenis & definitie

Ned. koloniaal bewindsman, *14.10.1606 Amsterdam. ✝ 4.1.1678 Batavia. Trad 1636 in dienst van de voc en werd pensionaris van de Raad van Justitie te Batavia; 1641 raad extraordinair van Ned.-Indië, in welke betrekking hij zich onderscheidde door op last van → Van Diemen de bewerking op zich te nemen van de bestaande plakkaten, keuren e.d. van de Heren xvii en de gouverneur-generaal, tot één geheel, de bekende → Bataviase Statuten; 1642 raad ordinair. 1646—50 gouverneur van Ceylon. waar hij 1649 een nieuw contract met de vorst van Kandi sloot, waarbij de Nederlanders het kaneelmonopolie kregen; 1653-78 gouverneur-generaal van Ned.-lndië.

Tijdens zijn bewind werd het gezag van de voc op Java, Celebes en Sumatra uitgebreid.

< >