{Koos). Ned. politicus, *7.6.1891 Vlaardingen, ✝ 19.7.1955 Amsterdam.
Onderwijzer; trad 1918 toe tot de SDAP; werd voorzitter van de Arbeiders Jeugd Centrale en van de Socialistische Jeugd Internationale en 1934 van de sdap; 1935-46 lid van de Eerste Kamer: 1943 door de Duitsers gearresteerd en overgebracht naar het concentratiekamp Sachscnhausen, waar hij tot het eind van de oorlog verbleef; 1945 voorzitter van de PvdA; 1945—46 regeringsgemachtigde in algemene dienst, maar mei 1946 nam hij uit deze functie ontslag in verband met bezwaren tegen de vereniging van deze ambtelijke en zijn politieke functie en na een tegen hem in de pers gevoerde campagne, waarin beweerd werd dat hij op bepaalde voorwaarden tot het → Nationaal Front had willen toetreden. Van 1946-54 lid van de Tweede Kamer. Werken o.a.: Een wolf in schaapskleding (1933), Een halve eeuw beginselstrijd (illegale brochure 1941).Litt. H.v.Hulst. Koos Vorrink (1956); J.Rogier, Een zondagskind in de politiek (1980, blz. 20 en passim).