(AJC), Ned. sociaal-democratische jeugdbeweging die in 1920 onder de naam Centrale van Arbeidersjeugdbewegingen is ontstaan. De stichting ging uit van de SDAP en het NVV.
De AJC ontwikkelde een betrekkelijk exclusief cultuurideaal. dat werd gekenmerkt door ascese (alcohol, roken, alsmede snoep waren taboe) en sterke cultivering van de gemeenschap. In de manchesterpakken werd een soliditeit en eenvoud gesymboliseerd. die een groot deel van de proletarische jeugd afstootte. Onder leiding van → Koos Vorrink. wist de AJC echter haar eigen stijl te handhaven. Nadat Rost van Tonningen in juli 1940 door de Duitse autoriteiten tot commissaris over de 'marxistische’ organisaties was benoemd. hief de AJC zichzelf op. Na de oorlog herwon de heropgerichte AJC niet meer haar oude elan. In 1958 werd zij opgeheven.LITT.: G.Harmsen. Blauwe en rode jeugd (1961); A.v.d.Louw. Rood als je hart (1974).