Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Hubertus Johannes van Mook

betekenis & definitie

Ned. politicus, *30.5.1894 Semarang, ✝ 10.5.1965 L'Isle-sur-la-Sorgue (Frankrijk). Studeerde chemie te Amsterdam en Delft, later indologie en Indisch recht te Leiden.

Sedert 1918 in dienst van de Ned.-Indische administratie, waar hij gestadig opklom. Hierbij kwam hij op voor de belangen van Indic, zo nodig tegen het belang van de ondernemers in; behoorde tot de oprichters van de → Stuwgroep. Werd luitenant-gouverneur-generaal, na de capitulatie voor Japan (6.3.1942) minister van Koloniën. 1944-48 opnieuw luitenant-gouverneur-generaal, in welke periode hij tevergeefs onderhandelingen voerde met de 1945 uitgeroepen onafhankelijke republiek Indonesië en de grondslag legde voor de vorming van deelstaten (→ Indonesië). 1949 hoogleraar aan Berkeley Univ. (Calif.), 1951—60 bestuursexpert der vn voor de ontwikkelingslanden. Werken: Nederlandsch-Indië onder de Japansche bezetting (1944), Ned. -Indië en Japan (1945). Indonesië, Nederland en de wereld (1949). The stakes of democracy in S.E.Asia (1950).Litt. D.M.G.Koch. H.J.van Mook (in: Nwe Stem, 1958): D.M.G.Koch, Batig Slot (1960); Het dagboek van Schermerhorn. uitg. door C.Smit (2 dln. 1970): M.Dutilh. Inventaris van de papieren van Dr.H.J.van Mook (1975).

< >