Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Désiré Joseph Mercier

betekenis & definitie

Belg. r.k. theoloog en filosoof, *21.11.1851 Eigenbrakel. ✝ 23.1.1926 Brussel. 1874 priester. 1882 hoogleraar te Leuven. 1906 aartsbisschop van Mechelen en primaat van België; 1907 kardinaal. Werd bekend door zijn moedige houding tegenover de Duitsers (1914-18), zijn streven naar de eenheid met de Anglicaanse Kerk en stichting van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (1893) en de Union Internationale d'Etudes Sodales (1920); één van de vaders van de neoscholastiek.

Steunde de → Jonge Rechterzijde; sociaal voelend en breed-ontwikkeld, bleef hij nochtans onbegrijpend en afwijzend t.o.v. de eisen van de Vlaamse beweging.Litt. H.Seeholecr, Kard. Mercier (1925): G.Ramacker, Le grand card. belge D.J.Mercier (1926): J.A.Gade, The life of Cardinal Mercier (1934); A.Simon. Le card. Mercier (1960); E.Beauduin, Le card. Mercier (1966); R. Boudens, Kardinaal Mercier en de Vlaamse Beweging (1975).

< >