(ACW). Mouvement Ouvrier Chrétien (MOC).
Belg. organisatie van de gehele christelijke arbeidersbeweging, waarin naast het → Algemeen Christelijk Vakverbond ook de andere bestaande christelijke groeperingen van werknemers zijn ondergebracht, nl. de Landsbond van de Christelijke Mutualiteiten. het Nationaal Verbond van de Christelijke Arbeidersvrouwengilden (KAV), de Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ en VKAJ) en het Nationaal Verbond der Katholieke Werkliedenbonden (KWB). Het ACW ontstond na de Eerste Wereldoorlog, maar bezat als rechtstreekse voorganger de Belg. Volksbond opgericht door J. Helleputte e.a. (1891). Deze heeft ernaar gestreefd om in de katholieke partij een politieke vertegenwoordiging te verkrijgen ter uitvoering van een vooruitstrevend sociaal programma. Toen in 1921 de katholieke partij hervormd werd op basis van de standenvertegenwoordiging, werd het ACW een van de vier groepen, die eigen kandidaten voor de wetgevende verkiezingen aanwezen. Alhoewel in 1945 de katholieke partij hervormd werd tot een gecentraliseerde Christelijke Volkspartij (cvp) is dc feitelijke politieke invloed van het ACW niet verminderd,LITT. S.H.Scholl (ed.), 150 jaar katholieke arbeidersbeweging in België, 1789-1939 (3 dln. 1961-66).