baron, Ned. politicus. *29.11.1838 Nijmegen, ✝ 13.11.1909 ’s-Gravenhage. Jurist: 1873-88 rechter te Zutphen: 1876—88 en 1891 — 1905 lid van de Tweede Kamer voor de ARP; voorstander van bijzonder onderwijs en van herziening van de kieswet.
Vormde 1888 het eerste coalitiekabinet met de r.k.. waarin hij zelf minister van Binnenlandse Zaken werd: bracht 1889 een nieuwe wet op het lager onderwijs tot stand (→ schoolstrijd). Bij het aftreden van → Keuchenius 1890 nam hij de portefeuille van Koloniën over; trad 1891 af, toen de coalitie een verkiezingsnederlaag leed. en keerde in de Tweede Kamer terug, waarvan hij 1901-05 voorzitter was: 1891 minister van Staat. 1907 lid van de Raad van State.Litt. A.Goslinga. Het kabinet Mackay (in: Antirev. Staatk., 1935): D.Langedijk. De onderwijswet-Mackay en haar voorgeschiedenis 1887—89 (in: Antirev. Staatk.. 1949): A.J.M.Westenbroek.
De kabinetsformatie Mackay 1888 (in: Antirev. Staatk.. 1976).