De meeste samenstellingen van sper- met een substantief beschouwt Van Dale als germanismen. Behalve sperboom (D. ‘Sperrbaum’) (‘slag-, sluitboom’) en sperketting (D. ‘Sperrkette’), de enige die door niemand meer betwist worden, gaat het hier om oorlogsgermanismen. Vier ervan worden, behalve door Van Dale, algemeen goedgekeurd (door Koenen echter pas vanaf 1974): sperballon (D. ‘Sperrballon’) (‘luchtballon die door kabels met andere ballons en met de grond is verbonden en zodoende een bepaald gebied voor het luchtverkeer afsluit’), sperfort (D. ‘Sperrfort’) (‘klein verdedigingswerk op grote verkeerswegen of spoorwegen, bij bruggen enz.’), spertijd (D. ‘Sperrzeit’) (‘gesloten tijd, bijv. voor het verkeer op straat of voor het energieverbruik tegen zeker tarief), spervuur (D. ‘Sperrfeuer’) (‘versperringsvuur, gordijnvuur).
Drie andere worden ook slechts door Van Dale als germanismen beschouwd. Ze hebben echter niet veel succes gehad want men vindt ze slechts in een of ander vertaalwoordenboek (meestal in Van Gelderen): spergebied (D. ‘Sperrgebiet’) (‘verboden terrein, gebied’), sperstelling (D. ‘Sperrsteilung’) (‘reeks van sperforten, langs of dicht achter de landsgrens’), speruur (D. ‘Sperrstunde’) (‘gesloten uur’).
Misschien hebben spergebied, -stelling, -uur niet veel kans op inburgering, omdat ze te zeer aan een bepaalde (oorlogs)situatie gebonden zijn; spervuur daarentegen heeft ook een figuurlijke betekenis gekregen, waardoor de gebruikssfeer verruimd wordt:
‘Net als de andere rechtse kranten brengt hij een dagelijks spervuur op Allende’s regering.’ (De Groene, 22.8.72, p. 9).
Gepubliceerd op 11-06-2020
Sper-
betekenis & definitie