Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Gepubliceerd op 11-06-2020

Smal-

betekenis & definitie

Er wordt soms bezwaar gemaakt tegen twee samenstellingen van smal- met een substantief:

a.Smalfilm
Dit woord dateert waarschijnlijk uit de jaren ’30. In de woordenboeken vindt men het voor het eerst in de jaren ’40. Van meet af aan zijn ze het er niet eens over of het goed Nederlands is. Van Dale beschouwt het als een germanisme (D. ‘Schmalfilm’).
Tot aan het begin van de jaren ’70 was Koenen het daarmee eens, al achtte hij het ‘gebruikelijk’! Nu aanvaardt hij smalfilm, samen met Verschueren, Kramers en Jansonius, als correct Nederlands.
Weijnen echter, die het eerst zonder commentaar had opgenomen, beschouwt het nu opeens als een germanisme.
Zoals uit het volgende voorbeeld blijkt, heeft smalfilm reeds afleidingen ‘geproduceerd’:

‘De droom van elke smalfilmer ... een volledig nieuwe opvatting
van het smalfilmen.' (Knack, 22.11.72, p. 2)

b.Smalspoor
Smalspoor (‘spoor waarvan de rails op kleinere dan de normale afstand van elkaar liggen’) is ouder dan smalfilm. Het dateert waarschijnlijk van het begin van deze eeuw.
Tot in de jaren ’50 wordt het, ondanks de protesten van enkele puristen door de woordenboeken aanvaard. Sindsdien beschouwen Van Dale en Koenen het als een germanisme (D. ‘Schmalspur’). Volgens Koenen is het echter gebruikelijk. Weijnen, die smalspoor nog in de jaren ’60 goedkeurde, vindt nu opeens dat het een germanisme is. Al de andere woordenboeken (Verschueren, Kramers, Jansonius, Van Gelderen) vermelden deze samenstelling zonder verdere aantekening.

Conclusie:
Op zichzelf zijn de samenstellingen van smal- met een substantief niet onnederlands: de woordenboeken vermelden namelijk als correct Nederlands de technische woorden: smaldoek, smal kant; de dierennamen smalbek en smalneus; en het reeds oude smaldeel, waarin smal echter ‘klein’ betekent. Bovendien wordt in de twee bovengenoemde gevallen de samenstelling gewettigd door het betekenisverschil: elke ‘smalle film’ is geen smalfilm, elk ‘smal spoor', geen smalspoor.
Ondanks de afkeuring van Van Dale en Weijnen en de halve afkeuring van Koenen (het ene woord is volgens hem een germanisme, het andere niet), mag men beide woorden, smalfilm en smalspoor, als ingeburgerd beschouwen. Ze zijn nu eenmaal niet meer te vervangen!

< >