Enkele puristen keuren gebruiksklaar af als een germanisme (D. ‘gebrauchsfertig’) voor ‘klaar, gereed voor (het) gebruik’.
Koenen is het daarmee eens. De meeste andere woordenboeken maken echter geen bezwaar tegen dit woord. Van Dale heeft trouwens een twintigtal dergelijke samenstellingen met -klaar opgenomen.
Dat we hier met een zeer produktief type te maken hebben blijkt uit de volgende, in de kranten gevonden samenstellingen, die nog niet in de woordenboeken te vinden zijn:
‘Afleveringsklaar’ (auto) (Het Parool, 13.10.72, p. 15) ‘Alhoewel er nog niets op papier staat, is bij Fokker reeds een fabrieksklare machine uitgezocht.’ (Elseviers Magazine, 8.7.72, p. 18)
‘Het is mogelijk dat hij speelklaar geraakt...’ (Het Laatste Nieuws, 11.10.72, p. 12)
‘Studio’s ... woonklaar!’ (De Standaard, 13.10.72, p. 28).
Gepubliceerd op 11-06-2020
Gebruiksklaar
betekenis & definitie