(Fr. Lemsterlân) Gemeente in Z.W. van Friesland met watersport- en industriecentrum Lemmer als hoofdplaats.
Maakte gunstige economische en bevolkingsontw. door, o.m. gestimuleerd door aanwijzing van Lemmer als industriekern.Opp. 8489 ha, waarvan 7355 ha land.
Wapen: Van zilver, beladen met een arm van keel, komende van de rechterzijde des schilds, dragende op zijn hand een wereldbol van goud. Het schild gedekt met een gouden kroon (Zie Wapen).
Vlag: 5 banen van wit, rood, geel, rood en wit waarvan de hoogten zich verhouden als 1:1:2: 1 : 1.
Bevolking Van de in Lemsterland gelegen dorpen groeide Lemmer het meest. Enige groei maakten (vooral in de jaren ’70) ook Oosterzee en het in 1973 tot zelfstandig dorp verheven Echtenerbrug door.
1954 1959 1964 1969 1973
Lemsterland 8330 8071 8248 8839 9612 Lemmer 4608 4704 5001 6041 6791 Oosterzee 1060 970 954 885 961 Echten 1261 1119 1065 995 1031 (inch Echtenerbrug) Follega 401 375 367 211 202 Eesterga1) 160 160 156 76 64 Schoteruiterdijken2) 31 33 21 Bantega 809 710 684 631 563 ') Gedeeltelijk bij Lemmer gevoegd.
2) Bij Bantega gevoegd.
Economie Tot in de jaren ’50 waren landbouw en visserij belangrijk voor de werkgelegenheid. Door de industrialisatie in de jaren ’60, de afbrokkeling van de visserij en de schaalvergroting in de landbouw trad een belangrijke verschuiving op. De dienstensector groeide, vooral t.g.v. de zich ontwikkelende recreatie.
In 1960 was 25,5 % van de beroepsbevolking werkzaam in de landbouw (23,5 %) en visserij (2 %), 39 % in de secundaire sector, waarvan 23,3 % in industrie en ambacht, 14,8 % in de bouwnijverheid, 1,5 % in openbare nutsbedrijven;
34,9% in de dienstensector.
De aanleg van het industrieterrein betekende in het begin van de jaren ’60 een belangrijke stimulans voor de industrialisatie van Lemmer. De realisering van een aantal recreatieprojecten in en rond Lemmer deed een confrontatie tussen industrie en recreatie ontstaan, die in 1973 leidde tot de principe-uitspraak van de gem.raad, dat een verdere uitbreiding van de recreatie niet gewenst is. Het industrieterrein Buitengaats is vol; plannen zijn ontwikkeld voor aanleg van een nieuw terrein, ten n. van het oude. Met name in de jaren ’70 ontwikkelde ook Echtenerbrug zich tot industrieën recreatieplaats. Het dorp herstelde zich van. het verlies van de Coöp. Zuivelfabriek in Delfstrahuizen met o.m. zich versterkend meubelmakersbedrijf en jachtbouw.
In Oosterzee breidden de NOVAC-zuivelfabriek en een landbouwmechanisatiebedrijf zich uit; hier ook het Lymn. Instituut. Bantega werd aangewezen als proefgebied voor het structuurplan voor de Fr. landbouw. In Lemsterland is de volgende bedrijvigheid sterk vertegenwoordigd: houtverwerking, scheeps- en jachtbouw, asfaltindustrie, betonindustrie, visverwerking, machinebouw, zuivel.
De infrastructuur is door verschillende verbeteringen gunstig voor een verdere industriële ontw.: wegverbindingen met zuid-, oost-, en west-Nederland, W.-Duitsland en met de rest van Frl.; scheepvaartverbinding met overig Frl. en Groningen (Prinses Margrietkanaal). Een poging om het goederenvervoer per spoor te behouden, mislukte. Door de aanwezigheid van voor recreatievaart belangrijke sluizen, had de gemeente vele jaren te kampen met begrotingstekorten.
Politiek en kerkelijk leven De FNP bleef bij de statenverkiezingen van 1974 enigszins beneden het provinciaal gemiddelde. Partijen als Boerenpartij, PSP, PPR kregen minder steun dan in oostelijke en noordelijke buurgemeenten. In 1954 was de raad als volgt samengesteld: 5 PvdA, 3 ARP, 3 CHU, 1 KVP, 1 CPN; in 1974: 4 PvdA, 3 ARP, 3 CHU, 1 CPN, 1 Gemeentebelangen, 1 VVD. Zie ook Verkiezingen. Kerkelijk vertoont de gemeente een ontw. die overeenkomt met die in geheel Frl. Een vrij sterke stijging van het percentage „zonder kerkgenootschap”, vooral ten koste van de NH-e groepering, deed zich voor. In 1971 was 34,5 % NH (in 1960 44,4 %), 20 % Gereformeerd (20,4 %), 7,5 % RK (6,7 %), 30,5 % zonder kerkgenootschap (22,8 %), 7,5 % overige groeperingen (5,7 %).
Onderwijs, sport, cultuur Lemmer is met Mavo-, LT- en LHNO-scholen het centrum voor voortgezet onderwijs in de gemeente; tevens is er een schippersschool.
In de jaren ’70 heeft het aantal beoefende sporten zich sterk uitgebreid: voetbal (reeds lang voor W.O. II), korfbal, kaatsen, volleybal, tafeltennis, gymnastiek, wielrennen, fierljeppen, schaatsen, hengel- en watersport. Instructiebad en diverse gymnastieklokalen. Er wordt gestreefd naar een sporthal.
In de tot in de jaren ’60 overwegend Fr.-talige hoofdplaats Lemmer wordt het Fries bedreigd door het Ned. Hier de enige Nederlandstalige toneelvereniging in Lemsterland. Versch. muzieken zangverenigingen en enkele toneelverenigingen in de gemeente.
Dorpshuizen in Lemmer, Echtenerbrug. In Lemmer en Bantega open jeugdwerk, opgezet op initiatief van jongeren zelf. Lemsterland neemt deel aan de intergemeentelijke muziekschool Haledo (Haskerland, Lemsterland, Doniawerstal). Behalve de monumenten in Lemmer (z. aldaar) klokkestoelen in Bantega, Eersterga en Follega. Karakteristieke kerken in Echten en Oosterzee. Rietvelden in Bantega.
Burgemeesters na 1954: mr. M. Krijger, L. Brouwer, F. Faber (s. 1966).
Lit: A. E. Klijnsma, Lemsterlân, in kuijerke troch it forline (1975).