De statistiek Inkomensverdeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek die ontleend wordt aan gegevens van de belastinginspecties, geeft een beeld van de welvaart in een gebied. De laatste regionale cijfers zijn over 1965.
In de periode 1950-1965 was de inkomensontwikkeling voor Friesland ongunstig. Stond Frl. in 1950 wat het gemiddelde inkomen betreft per inwoner nog op de zevende plaats in de rij der provincies, in 1960 was dit reeds de tiende. Alleen het gemiddelde van Drenthe was nog lager. In 1965 was Frl. met een gemiddeld inkomen van ƒ 3.229 het laagst van alle provincies. Hoogste was in 1965 Noord-Holland met ƒ 4387, het Ned. gemiddelde bedroeg ƒ 3869. Het totale inkomen voor Ned. was ƒ47,5 miljard, voor Friesland ƒ1,6 miljard, of 3,38 %; de percentages voor 1960 en 1950 waren respectievelijk 3,50 % en 4,15 %.
Relatief gezien vallen de meeste belastingplichtigen in de laagste inkomensklasse. Zo vindt men in 1965 voor Frl.:
Inkomens- Inkomens- klasse klasse ƒ % ƒ % tot 2000 16,08 9.00010.000 4,94
2000-3000 7,43 10.00012.000 6,10
3000-4000 7,94 12.00015.000 5,06
4000-5000 9,07 15.00020.000 3,96
5000-6000 8,57 20.00030.000 2,61
6000-7000 10,10 30.00050.000 1,19
7000-8000 9,47 50.000-100.000 0,46
8000-9000 6,91 100.000 en meer 0,11
Deze verdeling wijkt af van de Ned. Alle klassen tot ƒ 8.000 zijn in Frl. relatief groter, daarboven allemaal kleiner. Percentage van de Inkomensklasse belastingplichtigen ƒ in Frl. in Ned.
tot 5.000 40,52 37,65
5.0008.000 28,14 24,29
8.00010.000 11,85 14,08
10.00050.000 18,92 23,15
50.000-> 100.000 0,57 0,83
De verschillen in de inkomensverdeling tussen Ned. en Frl. liggen vooral in de economische structuur. De industrie in Frl. is meer arbeidsintensief, hetgeen veelal gepaard gaat met lagere lonen. Een sterk verklarende factor is voorts dat de dienstensector in Frl. ondervertegenwoordigd is.
Gemiddeld inkomen per inwoner per gemeente, Frl. en Ned., in 1960 en 1965 (in guldens).
1960 1965 index
(1960=100)
Achtkarspelen 1642 2820 172 Ameland 1992 3390 170 Baarderadeel 2094 3018 144 Barradeel 1930 2692 139 Het Bildt 2113 3074 145 Bolsward 1991 3290 165 Dantumadeel 1715 2695 157 Dokkum 2162 3411 158 Doniawerstal 2029 3102 153 Ferwerderadeel 1929 3077 160 Franeker 1920 3198 167 Franekeradeel 1861 2882 155 Gaasterland 1863 2967 159 Harlingen 2027 3393 167 Haskerland 1966 3255 166 Heerenveen 2153 3475 161 Hemelumer Oldeferd 2009 3034 151 Hennaarderadeel 2052 2956 144 Hindeloopen 1727 2662 154 Idaarderadeel 2277 3516 154 Kollumerland 1698 2800 165 Leeuwarden 2397 3767 157 Leeuwarderadeel 2065 3133 152 Lemsterland 1975 2997 152 Menaldumadeel 2004 2977 149 Oostdongeradeel 1863 2768 149 Ooststellingwerf 1651 2872 174 Opsterland 1823 3091 170 Rauwerderhem 2087 3126 150 Schiermonnikoog 2162 3778 175 Sloten 1772 2962 167 Smallingerland 1936 3083 159 Sneek 2240 3591 160 Staveren 1590 2582 162 Terschelling 2498 4053 162 Tietjerksteradeel 1788 3107 174 Utingeradeel 2191 3233 148 Vlieland 2273 3597 158 Westdongeradeel 1961 2723 139 Weststellingwerf 1818 3164 174 Wonseradeel 2030 3082 152 Workum 1959 3023 154 Wymbritseradeel 1998 2943 148 Dist 2090 3032 145 Friesland 2023 3229 160 Nederland 2410 3869 161 Vergelijking van de economisch-geografische gebieden der provincie toont verschillen. Bij een gemiddeld inkomen in 1965 in Frl. van ƒ 3229 heeft het Zandgebied ƒ 3027, het Weidegebied ƒ 3199, de Bouwstreek ƒ 3039, de Waddeneilanden ƒ 3762 en Leeuwarden ƒ 3767. In 1960 nam Leeuwarden eveneens de eerste plaats in, het Zandgebied de laatste. Relatief was de inkomensgroei in de periode 1960-1965 het sterkst in het Zandgebied. Het aantal belastingplichtigen van de Waddeneilanden en Leeuwarden was in 1965 verhoudingsgewijs minder vertegenwoordigd in de inkomensklasse tot ƒ 10.000 dan in de overige gebieden het geval was. Belastingplichtigen in de klassen ƒ 10.000-ƒ 50.000 waren het sterkst vertegenwoordigd op de eilanden, 25 % en daarna in Leeuwarden 23 %. Belastingplichtigen met een inkomen van meer dan ƒ 50.000 waren het sterkst vertegenwoordigd in Leeuwarden, ongeveer 1 %; daarna volgden de eilanden en het Weidegebied met circa 0,5 %.
Behalve het gemiddelde inkomen per inwoner verstrekt het Centraal Bureau voor de Statistiek ook cijfers over het gemiddelde inkomen per belastingplichtige. Het gemiddelde inkomen per inwoner geeft weliswaar het inkomen weer dat men gezamenlijk kan op souperen, maar deze maat plaatst Frl. met zijn relatief hoog geboortecijfer ongunstig t.o.v. provincies met een lager geboortecijfer. Wil men de inkomensvorming zonder meer beschouwen, dan is het reëler uit te gaan van het gemiddelde inkomen per belastingplichtige.
In 1965 was Zuid-Holland met ƒ 9048 de provincie met het hoogste gemiddelde inkomen per belastingplichtige. Frl. kwam met ƒ 7461 op de laatste plaats in de rij van de provincies, het Ned. gemiddelde bedroeg ƒ 8407. In 1960 nam Frl. nog een tiende plaats in onder de provincies, alleen het gemiddelde voor Drenthe was nog lager, maar de relatieve positie van Frl. t.o.v. Nederland als geheel bleef in de periode 1960-1965 stabiel. Binnen Frl. bestaan er tussen de gemeenten duidelijke verschillen. In 1965 werden de hoogste gemiddelden bereikt in respectievelijk Terschelling, Vlieland, Sneek en Leeuwarden.
In 1960 was dit het geval in respectievelijk Leeuwarden, Rauwerderhem en Idaarderadeel. De gemiddelde inkomens per belastingplichtige gaven in de periode 19601965 de procentueel sterkste groei te zien voor Schiermonnikoog, Vlieland, Harlingen en Terschelling. Het ligt derhalve voor de hand te veronderstellen dat de recreatieve groei vooral op de Waddeneilanden, wat althans de inkomenspositie betreft, zeer positief is geweest.
Gemiddeld inkomen per belastingplichtige per gemeente, in Frl. en Ned. in 1960 en 1965 (in guldens).
1960 1965 index
(1960=100)
Achtkarspelen 4269 6667 156 Ameland 5256 7576 144 Baarderadeel 5402 7126 132 Barradeel 4999 6638 133 Het Bildt 5095 6402 126 Bolsward 5051 7827 155 Dantumadeel 4479 6303 141 Dokkum 5507 8014 146 Doniawerstal 5556 7310 132 Ferwerderadeel 5346 7245 136 Franeker 4940 7310 148 Franekeradeel 4820 6837 142 Gaasterland 5368 7502 140 Harlingen 5150 8206 159 Haskerland 5178 7500 145 Heerenveen 4971 7523 151 Hemelumer Oldeferd 5438 7341 135 Hennaarderadeel 5293 7019 133 Hindeloopen 4349 6424 148 Idaarderadeel 5604 7975 142 Kollumerland 4482 6523 146 Leeuwarden 5619 8244 147 Leeuwarderadeel 5209 7007 135 Lemsterland 5159 7026 136 Menaldumadeel 4964 6669 134 Oostdongeradeel 4954 6809 137 Ooststellingwerf 4627 6971 151 Opsterland 4829 7203 149 Rauwerderhem 5608 7284 130 Schiermonnikoog 4821 8021 166 Sloten 4496 6611 147 Smallingerland 5066 7625 151 Sneek 5572 8264 148 Staveren 4963 6870 138 Terschelling 5462 8565 157 Tietjerksteradeel 4747 7343 155 Utingeradeel 5479 7331 134 Vlieland 5114 8344 163 Westdongeradeel 5233 6558 125 Weststellingwerf 4857 7256 149 Wonseradeel 5288 7561 146 Workum 5113 6824 133 Wymbritseradeel 5321 7031 132 Ijlst 5143 7226 141 Frl. 5139 7461 145 Ned. 5764 8407 146 Het gemiddeld inkomen per belastingplichtige verschilt duidelijk per economisch-geografisch gebied. Bij een gemiddeld inkomen in 1965 in Friesland van ƒ 7461 heeft Leeuwarden een gemiddelde van ƒ 8244, de eilanden van ƒ 8176, het Weidegebied van ƒ 7531, het Zandgebied van ƒ 7190 en de Bouwstreek van ƒ 7070. In 1960 was de volgorde respectievelijk: Leeuwarden, Weidegebied, eilanden, Bouwstreek en Zandgebied. In de periode 1960-1965 waren de gemiddelde inkomens het sterkst gegroeid op de Waddeneilanden en in het Zandgebied.
Een overzicht van de inkomens naar bedrijfsklasse geeft een beeld van de relatieve belangrijkheid der verschillende bestaansbronnen. In 1970 verwierven Frl. en Ned. uit onderstaande activiteiten aan inkomen:
Inkomensvorming per bedrijfsklasse (inclusief afschrijvingen in 1970 in 1970. Frl. Ned.
X ƒ 1 milj. in % X ƒ 1 milj. in % land-, mijnbouw en visserij 539,6 19,11 7123 8,18 nijverheid 1197,7 42,43 41629 47,82 diensten 1085,8 38,46 38309 44,00 totaal 2823,1 100,00 87061 100,00 Duidelijk komt het relatieve belang van de landbouw voor Frl. tot uiting. Het aandeel van de landbouw wordt evenwel steeds kleiner; in 1960 29 % en in 1965 22 %.
Vermogen Over de vermogens boven ƒ 50.000 zijn er vrij uitgebreide gegevens voor 1964. Het vermogen wordt geregistreerd naar de woonplaats van de eigenaar; de plaats van investering speelt derhalve geen rol. Zo heeft de prov. Utrecht met ƒ 6141 het grootste gemiddelde vermogen per inwoner, volgt Frl. met ƒ 4100 als nummer acht en sluit Limburg de rij met ƒ2488. Het Ned. gemiddelde bedroeg ƒ 4735. In 1961 nam Frl. in de rij der provincies nog een zevende plaats in en in 1951 een zesde. Binnen Frl. zijn de verschillen vrij groot.
Gemiddeld vermogen per inwoner per gemeente, in Frl. en Ned. in 1961 en 1964 (in guldens).
1961 1964 index
(1961=100)
Achtkarspelen 2150 2614 122 Ameland 2050 2590 126 Baarderadeel 4799 5231 109 Barradeel 3026 3309 109 Het Bildt 4484 4862 108 Bolsward 3205 3975 124 Dantumadeel 2308 2407 104 Dokkum 4897 4260 87 Doniawerstal 4183 4857 116 Ferwerderadeel 4380 4874 111 Franeker 2709 3587 132 Franekeradeel 3783 4336 115 Gaasterland 4608 5025 109 Harlingen 2386 3028 127 Haskerland 3102 3745 121 Heerenveen 3467 4154 120 Hemelumer Oldeferd 4502 5420 120 Hennaarderadeel 4779 5314 111 Hindeloopen 1316 1558 118 Idaarderadeel 4788 5263 110 Kollumerland 2964 3328 112 Leeuwarden 3987 4544 114 Leeuwarderadeel 4879 6061 124 Lemsterland 2768 2947 106 Menaldumadeel 3772 4109 109 Oostdongeradeel 2992 3259 109 Ooststellingwerf 3327 4192 126 Opsterland 3485 4510 129 Rauwerderhem 4938 5733 116 Schiermonnikoog 3689 7032 191 Sloten 1999 3176 159 Smallingerland 2542 3008 118 Sneek 4229 4770 113 Staveren 1912 2198 115 Terschelling 4689 5105 109 Tietjerksteradeel 2948 3539 120 Utingeradeel 4268 4727 111 Vlieland 1617 3840 237 Westdongeradeel 3585 3757 105 Weststellingwerf 3683 4476 122 Wonseradeel 3778 4681 124 Workum 3026 3652 121 Wymbritseradeel 4397 4763 108 IJlst 4237 5415 128 Friesland 3543 4100 116 Nederland 4105 4735 115 In de periode 1961-1964 heeft zich alleen in Dokkum een negatieve ontwikkeling voorgedaan. Het gemiddelde vermogen per inwoner was er in 1964 lager dan in 1960. Daarnaast was er een aantal gemeenten waar dit gemiddelde vermogen minder snel toenam dan in Frl. als geheel het geval was.
Een geheel juist overzicht van de vermogenspositie der gemeenten wordt overigens niet verkregen; enerzijds doordat in 1964 de grote massa der kleine vermogens tot ƒ 50.000 niet meer in de statistiek was opgenomen; anderzijds doordat de bevolkingsontwikkeling op het gemiddelde van invloed is. De traditionele landbouwgebieden scoren hoge gemiddelden, terwijl Leeuwarden, apart geteld, op de eerste plaats komt. Op het Zandgebied en met name op de Waddeneilanden nam het gemiddelde relatief het sterkst toe.
Gebied Gemiddeld vermogen per inw.
(in guldens)
1961 1964 index
(1961 = 100)
Zandgebied 3014 3636 121 Weidegebied 3965 4541 115 Bouwstreek 3550 3955 111 Eilanden 3414 4339 127 Leeuwarden 3987 4544 114 Vermogenskl. Aantal bel.plichtigen in % X ƒ1000 in Frl. in Ned.
50100 57,64 51,28
100200 30,60 29,88
200300 6,52 8,17
300500 3,29 5,63
500-1000 1,42 3,33
1000 en meer 0,53 0,71
Totaal 100,00 100,00 In Frl. heeft Leeuwarden een structuur die van de rest afwijkt en de Ned. benadert. In Leeuwarden heeft b.v. 49 % van de belastingplichtigen een vermogen van ƒ 10.000-ƒ 100.000, 1,18 % een vermogen boven ƒ 1 miljoen. Het Zandgebied en de Waddeneilanden vertonen de grootste afwijking. In het Zandgebied heeft 62 % der belastingplichtigen een vermogen van ƒ 50.000^ 100.000, op de eilanden bedraagt dit percentage liefst 71 %. In de hoogste vermogensklasse valt slechts 0,34 % der belastingplichtigen van het Zandgebied. Vermogens boven ƒ 500.000 kwamen op de Waddeneilanden voigens de statistiek niet voor. Het totale vermogen was in Frl. in 1964 2 miljard gulden, in Ned. 57 miljard. In de volgende tabel staat de relatieve verdeling per vermogensklasse vermeld. Vermogenskl.
Totaal vermogen in % X ƒ1000 Frl. Ned.
50100 31,69 20,42
100200 32,25 22,88
200300 12,11 11,03
300500 9,64 11,92
500-1000 7,38 12,65
1000 en meer 6,93 21,10
Totaal 100,00 100,00 De prov. Noord-Holl. had in 1964 met ƒ215.509 het grootste gemiddelde per belastingplichtige. Frl. volgde met ƒ 129.202 als nummer tien, alleen het cijfer voor Drenthe was nog lager. Het Ned. gemiddelde bedroeg ƒ 179.183. In 1961 nam Frl. wat dit gemiddelde betreft nog een negende plaats in. De verschillen tussen de gemeenten zijn vrij groot.
Vergelijkt men in 1964, een vergelijking met 1961 was niet mogelijk wegens gewijzigde klasse-indeling, het totaal van de vermogens in elke vermogensklasse, dan is het totaal beeld voor Frl. vrij gunstig; slechts de grootste vermogens zijn schaars.
Vermogenskl. X ƒ1000 Frl. Ned. Frl. in % van Ned.
50100 638.074 11.655.038 5,47
100200 649.176 13.057.531 4,97
200300 243.652 6.285.656 3,88
300500 194.175 6.803.724 2,85
500-1000 148.590 7.219.884 2,06
1000 en meer 139.563 12.042.313 1,16
Totaal 2.013.230 57.064.145 3,53 Verdeelt men de belastingplichtigen naar de grootte van het vermogen, dan blijken de groepen boven ƒ 200.000 in Frl. relatief kleiner te zijn dan in Ned.
Gemiddeld vermogen per belastingplichtige per gemeente, in Frl. en Ned. in 1961 en 1964 guldens). 1961 1964 index (1961=11 Achtkarspelen 76.043 115.429 152 Ameland 54.905 90.669 165 Baarderadeel 79.612 106.415 134 Barradeel 98.653 130.790 133 Het Bildt 113.244 158.094 140 Bolsward 133.784 169.872 127 Dantumadeel 82.500 105.672 128 Dokkum 128.815 144.887 112 Doniawerstal 75.643 110.177 146 Ferwerderadeel 97.560 136.544 140 Franeker 93.900 124.234 132 Franekeradeel 93.578 124.276 133 Gaasterland 102.367 129.129 126 Harlingen 131.968 167.945 127 Haskerland 81.538 113.067 139 Heerenveen 87.243 126.616 145 Hemelumer Oldeferd 74.684 107.740 144 Hennaarderadeel 73.517 111.470 142 Hindeloopen 59.895 90.693 151 Idaarderadeel 91.016 125.954 138 Kollumerland 80.808 124.746 154 Leeuwarden 105.289 169.982 161 Leeuwarderadeel 102.333 162.850 159 Lemsterland 78.590 109.988 140 Menaldumadeel 91.494 129.128 141 Oostdongeradeel 79.558 105.943 133 Ooststellingwerf 69.690 101.470 146 Opsterland 75.828 111.114 147 Rauwerderhem 87.765 122.870 140 Schiermonnikoog 80.639 195.639 243 Sloten 91.800 124.739 136 Smallingerland 80.014 116.930 146 Sneek 135.381 182.846 135 Staveren 58.833 91.027 155 Terschelling 92.495 108.258 117 Tietjerksteradeel 72.590 113.324 156 Utingeradeel 79.728 112.616 141 Vlieland 62.632 105.217 168 Westdongeradeel 82.948 115.534 139 Weststellingwerf 75.672 105.571 140 Wonseradeel 91.719 121.291 132 Workum 74.868 111.849 149 Wymbritseradeel 84.294 113.231 134 IJlst 102.889 140.108 136 Friesland 90.163 129.202 143 Nederland 123.850 179.183 145 Was in 1961 Sneek de gemeente met het grootste gemiddelde vermogen per belastingplichtige, in 1964 was dit Schiermonnikoog. Het gemiddelde van deze gemeente vertoont voor de periode 19611964 tevens verreweg het grootste groeipercentage. Van de economisch-geografische gebieden had Leeuwarden zowel in 1961 als in 1964 het grootste vermogen per belastingplichtige. Het stijgingspercentage van dit gemiddelde was in de periode 1961-1964 eveneens het grootst in Leeuwarden. Daarnaast trad de sterkste relatieve verbetering op in het Zandgebied.
Gemiddeld vermogen per Gebied bel.-plichtige (in guldens)
1961 1964 index
(1961=100)
Zandgebied 77.342 112.398 145 Weidegebied 92.164 126.813 138 Bouwstreek 98.393 135.162 137 Eilanden 78.744 111.579 142 Leeuwarden 105.289 169.982 161 Drs. P. H. V. d. Meulen (ETIF).