Wijziging van de verdeling van Friesland over de verschillende gemeenten, door verandering van de gemeentegrenzen en opheffen van een aantal kleinere gemeenten. In studie.
Op 11-9-1967 werd door Ged. Staten van Frl. de Studiecommissie Herziening Gemeentegrenzen ingesteld. Deze deed op 15-8-1969 een interimrapport verschijnen en bracht augustus 1970 een eindrapport uit, waarmee zij haar taak beëindigde.
Dit rapport droeg het karakter van een praatplan en werd aan gemeentebesturen in Frl., instanties en organisaties op maatschappelijk en politiek terrein toegezonden. Na kennismaking van de reacties op dit rapport stelden G.S. op 8-11-1971 een werkgroep in, om de materie nader te onderzoeken.
Uitgangspunten Door G.S. werden een aantal richtlijnen/uitgangspunten geformuleerd, die door de werkgroep in acht genomen zouden moeten worden:
— de gehele provincie Frl. moet in het onderzoek worden betrokken;
—de toekomstige gemeenten moeten minimaal ca. 10.000 inwoners tellen. Er dient rekening te worden gehouden met de groeimogelijkheden van de gemeenten;
—zo mogelijk moeten de gemeenten bestaan uit een kern met een omgeving;
— de reacties op het Rapport inzake een Nieuwe Bestuurlijke Indeling (praatplan) dienen in de overwegingen te worden betrokken.
Bovendien moest de werkgroep rekening houden met uitgangspunten die waren geformuleerd in de door de Minister van Binnenlandse Zaken gepubliceerde Nota Bestuurlijke Organisatie.
Voorstellen Op 6-4-1974 verscheen het eerste deel van het Rapport Gemeentelijke Herindeling van Frl. Het tweede deel-rapport zou begin 1975 verschijnen, waarna een inspraakprocedure op gang zou komen om tot nader uitgewerkte voorstellen m.b.t. een herindeling te geraken.
Volgens het eerste deelrapport zouden er 22 gemeenten moeten overblijven. Deze zijn: 1. Leeuwarden (Leeuwarden1, 87.7682), 2. Harlingen, 14.414), 3. Franeker (Franeker, minstens 20.737), 4. Noordwesthoekgemeente (Sint Annaparochie, minstens 14.662), 5.
Dokkum (Dokkum, minstens 21.273), 6. Dantumadeel (Driesum, minstens 15.895), 7. Kollumerland en Nieuwkruisland (Kollum, 11.341), 8. Achtkarspelen (Buitenpost, 23.430), 9. Tietjerksteradeel (Bergum, minstens 24.882), 10. Smallingerland (Drachten, minstens 41.873), 11.
Opsterland (Beetsterzwaag, 22.906), 12. Heerenveen (Heerenveen, 32.610), 13. Weststellingwerf (Wolvega, 22.389), 14. Ooststellingwerf (Oosterwolde, 20.389), 15. Oostelijke Middengemeente (waarschijnlijk Grouw, minstens 12.846), 16.Westelijke Middengemeente (waarschijnlijk Mantgum, minstens 10.407), 17. (Kleine) Zuidwesthoekgemeente (waarschijnlijk Koudum, minstens 17.253), 18. Lemsterland (Lemmer, minstens
10.017), 19. Haskerland-Doniawestal (Joure, minstens 18.847), 20. Sneek (Sneek, minstens 38.636), 21. Bolsward (Bolsward, minstens 10.551), 22. Wonseradeel (Witmarsum, 11.743).
Volgens G.S. zouden Bolsward en Wonseradeel samengevoegd moeten worden. Bij de bespreking van de plannen was met name in de kleinere gemeenten de weerstand tegen de opheffing als zelfstandige bestuurseenheid groot.
Aan de herindelingsplannen was een aanbeveling voor binnengemeentelijke decentralisatie gekoppeld: zo werd een modelverordening gegeven voor de instelling van een Dorpsraad.
1) Hoofdplaats.
2) Inwonertal, gerekend naar de situatie per 1-11973.
Lit.: Studiecommissie Herziening Gemeentegrenzen: Rapport inzake een nieuwe bestuurlijke indeling (1970).
Werkgroep: Rapport Gemeentelijke Herindeling (1974).