Gepubliceerd op 21-01-2020

EENDEKOOI

betekenis & definitie

Een inrichting voor de vangst van wilde eenden, voorheen vogelkooi genoemd. In de 17e eeuw kwamen honderden eendekooien in Friesland voor, in de vorige eeuw al geslonken tot een tachtigtal.

Thans zijn nog in bedrijf (z.g. vangende kooien): Bakhuizen 1, Ezumazijl 2, Hallum 2, Haskerhorne 1, Klaarkamp bij Rinsumageest 1, Oosterend (Tersch.) 1, Piaam 1, Oudkerk 1, Oldelamer (Ontginning) 1, Sint Nicolaasga 1. Deze laatste is in het bezit van Staatsbosbeheer en vangt vooral z.g. bonte eenden. „It Fryske Gea” heeft een aantal in eigendom, maar deze worden alleen gebruikt om gevangen vogels te ringen of beheerd als natuurmonument.

De status van de Takkenkooi, de lan Willem-kooi en de Horrekooi op Tersch. is niet duidelijk. Men kan echter wel aannemen dat de vangst weinig te betekenen heeft.

Hier spelen ook ingewikkelde eigendomsverhoudingen een rol. Staatsbosbeheer is bezig een verwaarloosde eendekooi te Ternaard te restaureren tot een kooi voor ringonderzoek.

In onze tijd wordt er toenemende betekenis gehecht aan de eendekooi als pleisterplaats voor trekwild, broedplaats voor vogels en refugium voor planten. Lit.: G.

D. van der Heide en T. Lebret, Achter de schermen, een boek over eendenkooien (1944).

< >