Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

William harrison ainsworth

betekenis & definitie

uitstekend engelsch romanschrijver, geb. 4 Febr. 1805 te Manchester, openbaarde zijnen scheppenden geest reeds vroeg in balladen en romancen. Bij een procureur op kantoor gedaan, gaf hij niet al te wel acht op zijne pligten als klerk, ging op zijn 19e jaar naar Londen met ernstiger voornemens, doch gaf zich ook daar al spoedig weder aan zijne neiging over en schreef 1825 zijne eerste novelle SirJon Chiverton.

In 1826 trad hij daar in den echt met Fauny Ebers, en werd uitgever van boekwerken, in de hoop de litteratuur op een hooger standpunt te zullen brengen. Teleurgesteld gaf hij dat echter anderhalf jaar later weder op, bereisde Zwitserland en Italië, en schreef toen zijn roman Rockwood (Londen 1834), die zeer veel opgang maakte. In 1837 volgde zijn Crichton en in 1839 zijn Jack Sheppard. In dat zelfde jaar werd hij redacteur van Bentley's miscellany, riep in 1842 het Ainsworth's magazine in het leven, en kwam in 1845 ook aan het New monthly magazine. In deze en andere tijdschriften verschenen zijne volgende romans, en in 1848 werd eene verzameling van al zijne werken uitgegeven.

< >