hollandsch gezagvoerder van het oorlogschip “Nieuw Hoorn”, bemand met 206 koppen, waarmede hij 28 Dec. 1618 uitzeilde uit Texel naar Oost-Indië. Na 14 dagen stormen doorstaan te hebben, geraakte zijn schip door een ongeluk in brand; en de vlammen, die niet te stuiten waren, bereikten weldra de kruidkamer, zoodat het schip met nog 119 menschen in de lucht vloog.
Zwaar gekwetst in zee geslingerd, klampte B. zich aan een stuk hout vast, en werd met nog twee matrozen gered door de 69 man, die zich in tijds hadden weten te bergen in de uitgezette boot. Na een verschrikkelijk lijden doorstaan te hebben, vonden de 72 schipbreukelingen in straat Soenda de hollandsche vloot, waarmede F. Houtman te gelijk met B. uit Texel uitgezeild was; deze liet de ongelukkigen naar Batavia vervoeren, waar de gouverneur-genl. een schip onder B.’s bevelen stelde, waarmede deze eenige reizen in O. I. deed, en vervolgens 6 Feb. 1625 de terugreis aannam naar het vaderland met drie schepen, van welke er twee verongelukten onder weg; 15 Nov. 1625 kwam B. behouden te Texel binnen.