Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Philistijnen

betekenis & definitie

een oorlogszuchtige volksstam in Syrië, bewoonde langs de kust een grondgebied van omstreeks 8 mijlen lengte, tusschen den stam Dan ten N., stam Simeon ten O. en Egypte ten Z. Hunne voornaamste steden waren Gaza, Ascalon, Azoth, Accaron, Anthedon.

Het rijk der P. was eigenlijk een Bondstaat, daar de meeste steden elk haar eigen koning hadden. De P. waren onophoudelijk in oorlog met het joodsche volk, dat gedurende achttien jaren onder het gezamenlijke juk der P. en der Ammonieten zuchtte (1261—1243 v. Chr.); door de P. alleen werden de Joden nogmaals overheerscht van 1212 tot 1172 v. Chr., aan welken toestand van slavernij een einde gemaakt werd door Simson. Daarentegen werden de P. overwonnen door David; en in weerwil van hunne gedurige opstanden, herwonnen zij hunne onafhankelijkheid eerst onder de laatste koningen van Juda. Zij hadden ook Ie oorlogen tegen de Egyptenaren. Azoth doorstond van Psammeticns eene belegering, die 29 jaren duurde (de langste, waarvan de geschiedenis melding maakt), en werd eindelijk ingenomen. Onder de Seieuciedeu en onder de Romeinen werd het land der P. niet meer onderscheiden van dat der Joden; doch opmerkelijk is het, dat de naam P. de heerschende gebleven moet zijn, naardien het land naar hunnen naam Palestina genoemd is geworden.

< >