prinses Borghese, tweede zuster van Napoleon I, geb. 1780 te Ajaccio, gest. 1825, trad 1797 in den echt met generaal Leclerc, dien zij vergezelde op de expeditie naar St.-Domingo. Reeds spoedig weduwe, trouwde zij 1803 met prins Camillo Borghese, dien zij echter reeds spoedig verliet (zie BORGHESE); zij vestigde zich toen op het kasteel van Neuilly, waar zij er eene soort van vorstelijke hofhouding op nahield.
In 1806 werd zij verheven tot hertogin van Guastalla. Ofschoon in gedurige kibbelarijen levende met haren keizerlijken broeder, sloot zij zich in 1814 geheel aan hem aan, vergezelde hem naar Elba, en stelde hare diamanten ter zijner beschikking (die diamanten bevonden zich in 's keizers rijtuig te Waterloo, en vielen daar in handen van de geallieerden). Later leefde zij eenigen tijd in toenadering met haren echtgenoot te Florence. Zij was een der schoonste vrouwen van haren tijd.