Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Noordhorn

betekenis & definitie

dorp in de prov. Groningen, derdhalf uur gaans ten W.

Z. W. van de stad Groningen; 750 inw.; in 1417 overwinning der Vetkoopers op de Scbieringers; 1498 platgebrand door den Saksiscken veldheer Nitlert Fox.; duchtige nederlaag der Staatsche troepen, gekommandeerd door generaal Norrils, wiens voetvolk, nadat graaf Willem Lodewijk van Nassau met de Staatsche ruiterij bijna de overwinning had bevochten, alles verbroddelde, en door de Spanjaarden (onder Verdugo) op de vlucht werd gedreven : de vlakte, waar die slag werd geleverd, heet nog thans Norrilsveld.

< >