Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Nienburg

betekenis & definitie

1) Stad in ’t Hanoversche, aan de Weser, 6 mijlen benoordw. Hanover; 5000 inw.

2) Klosler-N., stad in ‘t hertogdom Anhalt-Köthen, aan de uitwatering van de Bode in de Saale, 4 uren gaans benoordw. Köthen; 2000 inw.
3) dorp in pruis. Westfalen, 5 mijlen benoord westen Munster; 1200 inw.

< >