Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Mississippi (rivier)

betekenis & definitie

d. i. Moeder der Waterstroomen (bij de Natsjez genaamd Messjasbee, Meschacebé), de grootste rivier van Noord-Amerika, komt uit het meer Itasca (in Minnesota), en vormt na eenen loop van 60 mijlen hare eerste watervallen (die van Peckagama).

Van daar af doorstroomt de M. de groote laagvlakte der Vereenigde Staten, en bereikt met verscheidene uitwaterings-armen de Golf van Mexico, zoodoende de 660 vierk. mijlen groot zijnde delta Louisiana vormende. Omstreeks 200 rivieren ontlasten hare wateren in den M.; de voornaamste zijn:(rechts) Minnesota, Iovva, Des-Maines, Missouri, St.-Francis, White-River, Arkansas, Red-River;

(links) St.-Croix, Wisconsin, Illinois, Ohio, Yazoa.

De stroom-ontwikkeling van den M. bedraagt 700 mijlen; doch beschouwt men den Missouri als een arm van den M., alsdan 970 mijlen, zijnde de langste stroomende waterlinie der aarde. Bevaarbaar is de M. tot 434 mijlen landwaarts in, en vormt de hoofdader van het verkeer der noord-amerikaansche Unie. De uitwatering van den M. werd 1541 ontdekt door Ferdinand de Soto (een Spanjaard); in 1673 voeren Jolliel en Marquette (twee Franschen) den M. af, uit Quebec tot aan den mond van den Arkansas; door La Salie werd de M.-rivier bereisd in hare geheele lengte, en hij noemde haar St.-Louis, zooals bij het land, dat zij omspoelt, Louisiana genoemd had. Een der staten van de n.-amerik. Unie draagt naar den M. zijnen naam (zie het volgende art.).

< >