(dom), geb. 260ct. 1802, derde zoon van koning Johan VI van Portugal, werd na den dood zijns vaders (1826) door de absolutistische partij beschouwd als de rechtmatige troonopvolger, naardien zijn oudere broeder, dom Pedro, als keizer van Brazilië, de portugeesche kroon niet dragen konde. Dom Pedro aanvaardde echter die kroon, doch deed afstand daarvan ten behoeve van zijne dochter donna Maria da Gloria, en koos dom M. tot haren gemaal en tot regent of rijksbestuurder.
Dom M. legde den eed op de constitutie af, verloofde zich met zijne nicht, en aanvaardde Febr. 1828 het regentschap, waarop hij onverwijld de Cortes ontbond, de vroegere Cortes bijeenriep, en zich door deze tot wettigen koning van Portugal liet benoemen. In 1832 echter trad dom Pedro met geweld van wapenen tegen zijnen broeder op, overwon hem, en M. zag zich genoodzaakt 26 Mei 1834 de capitulatie van Evora te teekenen, waarbij hij afstand deed van den troon en zich verbond, den porlugeeschen grond niet meer te zullen betreden. Sedert 1834 hield hij meestal verblijf te Rome tot 1851, toen hij (24 Sept.) in den echt trad met prinses Adelheid vanLöwenstein-Wertheim-Rosenberg (geb. 3 April 1831), en sedert dien tijd bewoont hij met zijne vrouw het kasteel Heubach bij Miltenberg.
