hertogin van Angoulême, dochter van Filips, hertog van Savoje, geb. 1476, trouwde 1488 met Karel van Orleans, graaf van Angouiême, die Frans I bij haar verwekte. Zij was regentes van Frankrijk gedurende den krijgstocht van haren zoon in het Milaneesche (1515) en gedurende de gevangenschap des konings: zij regeerde met vrij veel bekwaamheid, en sloot met Margareta van Oostenrijk (1529) het verdrag van Kamerijk (bekend onder den naam van Vrede der Dames); maar zij ontsierde haar bewind door hare buitensporige gierigheid.
Zij stierf 1531. Zij heeft een Dagboek nagelaten, dat opmerkelijke, zoo historische als haar huiselijk leven betreffende bijzonderheden bevat (deel 16 der Mémoires rdalifs a l'histoire de France. Toen deze vorstin, weduwe zijnde, reeds op jaren begon te komen, bood zij hare hand aan den connetable van Bourbon aan, die haar aanzoek echter op krenkende wijze afsloeg. Van dat oogenblik af veranderde hare liefde in haat: zij stelde allerlei pogingen in het werk om den connetable van een gedeelte zijner bezittingen te berooven, en maakte liet hem zoo ondragelijk, dat hij zich eindelijk genoodzaakt zag het land te verlaten, terwijl hij toen een der bitterste vijanden van Frankrijk werd.