dochter van keizer Maximiliaan I en Maria van Burgundië, geb. 10 Jan. 1480, werd als toekomstige gemalin van den dauphin sedert 1483 opgevoed aan het fransche hof; doch toen de dauphin (later Karel VIII) Anna van Bretagne wilde trouwen, werd M. aan haren vader teruggezonden (1491). In 1497 werd zij verloofd aan den infant van Spanje, die echter reeds kort daarna stierf.
Nu trad zij 1501 in den echt met Philibert den Schoone, hertog van Savoje, die haar evenwel reeds in 1504 weduwe liet. In 1506 werd M. door Maximiliaan benoemd tot landvoogdes der Nederlanden, welke gewichtige waardigheid zij bekleedde tot algemeen genoegen. Als gevolmachtigde nam zij deel aan de conferentiën van Kaïnerijk, en sloot het tractaat van 1508 met den kardinaal van Amboise, hetgeen haar niet belette in 1515 den koning van Engeland over te halen, om aan een nieuw bondgenootschap tegen Frankrijk deel te nemen. In 1529 sloot zij met de hertogin van Angoulême, Louise van Savoje, het tractaat van Kamerijk, genaamd Vrede der Dames, welk verdrag zeer voordeelig was voor Oostenrijk. Zij stierf 1 Dec. 1530 te Mechelen, waar men haar 1850 een gedenkteeken opgericht heeft.