Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Koninkrijk der Nederlanden

betekenis & definitie

grenst ten N. en W. aan de Noordzee, ten Z. aan België, ten O. aan Pruisen en ’t Hanoversche, heeft 3 j miII. bewoners, is 594 vierk. mijl. groot, ingedeeld in elf provinciën, nl.:

Provinciën / Hoofdplaatsen.

Groningen / Groningen

Friesland / Leeuwarden

Drenthe / Assen

Overijsel / Zwolle

Gelderland / Arnhem

Utrecht / Utrecht

Noord-Holland / Haarlem

Zuid-Holland / Den Haag

Zeeland / Middelburg

Noord-Braband / ‘s-Hertogenbosch

Limburg / Maastricht

De hoofdstad van het koninkrijk der N., tevens de eerste koopstad des rijks, is Amsterdam, de residenlie-stad is 's-Gravenhage, de tweede koopstad des rijks is Rotterdam. Van 15 Febr. 1815 tot 1830 behoorden tot het koninkrijk der N., behalve de bovengenoemde provinciën, tevens die, welke thans het koninkrijk België vormen (zie BELCië), en die van het vroegere koninkrijk der N. de zuidelijke helft uitmaakten, zoodat bij de afscheiding de namen Noord-Nederland en Zuid-Nederland in zwang kwamen. Bij die afscheiding is Noord-Nederland (het tegenwoordige koninkrijk der N.) in hel bezit gebleven van zijne rijke overzeesche koloniën, namelijk:

In Azië: het eiland Java met het eiland Madoera (Madura), 't grootste gedeelte van Sumatra.deeilanden Banka en Billilon, den archipel van Bintang, een groot gedeelte van Borneo, geheel Celebes of Macassar, de Kleine Soenda- (Sunda-) eilanden, den Molukschen archipel en de grootste helft van NieuwGuinea;

In Amerika: het nederlandsche gedeelte van Guiana, de Curacaosche eilanden en de nederlandsche Antillen;

In Afrika: eenige forten met omliggend grondgebied op de Goudkust. Die overzeesche bezittingen zijn in vierk. mijlen groot: in Azië 28589, met omstr. 17,000,000 zielen in Amerika 30 > * 90,000 » in Afrika 500 . » 100,000 .

De geschiedenis van het koninkrijk der N. sedert 1815 levert in vergelijking bij die van het overige Europa weinig onrustige momenten op. Wanneer wij buiten beschouwing laten 1°. den slag van Waterloo 18 Juni 1815, waaraan wij deelnamen omdat onze pas sedert eenige maanden herborene onafhankelijkheid daarbij op het spel stond; 2°. den oorlog op Java, waar wij van 1824 tot 1830 te strijden hadden tegen een gedeelte der inlandscbe bevolking, welke opstand eerst met de gevangenneming van Diepo Negoro (28 Maart 1830) als gedempt beschouwd konde worden; 3°. den Belgischen opstand (zie TIENIHAGSCHEN VELDTOCHT), die de afscheiding van België ten gevolge had; 4° een paar kinderachtige oploopen te 's-Hage en te Amsterdam in hel revolulie-jaar 1848, dat voor het koninkrijk der N. rustig voorbijdreef en ons eene nieuwe Grondwet schonk; 5°. eenige agitatie in 1853, veroorzaakt door de stichting van roomsch-katholieke bisdommen in ons land; en 6°. de zoogenaamde Runderpest, die van 1864 tot 1867 onzen veestapel heeft geteisterd dan laat zich die geschiedenis samenvatten in deze weinige woorden: kouing Willem I regeerde van 1815 lot 1840, toen hij afstand van den troon deed ten behoeve van zijnen oudsten zoon Willem II, die bij zijnen dood (17 Maart 1849) opgevolgd werd door zijnen oudsten zoon Willem 111, onzen tegengenwoordigen koning. Doch de vroegere geschiedenis van ons land is daarentegen zoo rijk aan gebeurtenissen, die met de geschiedenis der wereld samenhangen, dat wij die zullen behandelen in een afzonderlijk artikel; zie 14 regels lager.

< >