Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Joh. buxtorf

betekenis & definitie

geb. 25 Dec. 1564 te Kamen in Westfalen, gest. 13 Sept. 1629 als prof. der hebr. taal te Bazel. Behalve vele in der tijd zeer geachte werken, schreef hij zijn Lexicon chaldaicum, talmudicum et rabbinicum (door zijn zoon in het licht gegeven Bazel 1639), zijnde nog heden ten dage onmisbaar.

Zijn zoon Joh. B. (geb. 13 Aug. 1599,gest. 16 Aug. 1664), diens zoon Joh. Jac. B. (geb. 4 Sept. 1645, gest. 4 April 1704),en diens neef Joh. B. (geb. 8 Jan. 1663, gest. 19 Junij 1732), bekleedden allen insgelijks te Bazel den leerstoel voor de hebreeuwsche taal.

< >