hertog van Montebello, fransch generaal, geb. 11 April 1769 te Lectoure in 't frausche dept. Gers, was de zoon van een stalknecht, en zelf aanvankelijk als knecht werkzaam in eene stoffenververij, totdat hij 1792 als vrijwilliger dienst nam bij de armee, en door zijn moed reeds spoedig opklom in rang, zoodat hij 1795 (reeds kolonel was; vooral onderscheidde hij zich in Italië, waar hij onder Bonaparte diende, 1797 brigade-generaal werd, en op schitterende wijze deelnam aan de bemachtiging van Mantua en aan den slag van Arcole.
Hij vergezelde Bonaparte naar Egypte, keerde met hem terug, en was hem van groote dienst 18 Brumaire. Opnieuw naar Italië gezonden 1800, overlaadde hij zich met roem bij Montebello (Juni 1800), en droeg eenige dagen later niet weinig bij tot de overwinning van Marengo. Nauwlijks was Napoleon keizer of hij verhief L. tot maarschalk des rijks en tot hertog van Montebello. In den duitschen veldtocht (1805—1806) kommandeerde L. de voorhoede, en bewees de grootste diensten in de veldslagen van Austerlitz, Jena, Eylau en Friedland ; doch in den slag van Essling (22 Mei 1809) werd hij doodelijk gekwetst, en stierf 31 Mei te Weenen. Zijn lijk werd naar Parijs vervoerd, en daar bijgezet in het Pantheon.