Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Jean de brosse de boussac

betekenis & definitie

kamerheer en maarschalk van Frankrijk onder Karel Vil, nam de taak op zich, om des konings gunsteling Lecamus de Beaulien, die bij de hofgrooten gehaat was, van het leven te berooven; en de koning was zwak genoeg, om die misdaad ongestraft te laten. Vervolgens deed B. groote diensten; hij onderscheidde zich bij het beleg van Orleans.

< >