schotsch geleerde, geb. 1758 te Edinburg, gest. 1826, studeerde eerst rechtsgeleerdheid, verliet 1780 die loopbaan om zich geheel aan de letterkunde toe te wijden, begon met de uitgave van eenige poëziën, doch bepaalde zich reeds spoedig uitsluitend bij munt- en penningkunde, geschiedenis en géographie. Men heeft van hem verscheidene werken, o. a.: eene History of Scotland (2 dln. 1797), een werk over de legpenningen (2 dln. 1784) in ’t Fransch vertaald door J.
G. Lipsius (Essai sur les médailles, Dresden 1794);eene Algemeene verzameling van Reisbeschrijvingen (13 dln. in 4°, 1804); eene geleerde verhandeling over de Gothen ; enz.