(Karl Heinrich von), geb. 1706 te Lubeck, gest. 23 Jan. 1791 te Aitdobern in de Neder-Lausitz, als particulier secretaris van graaf Bruhl in den adelstand opgenomen, liet op zijne eigene kosten het prachtwerk vervaardigen: Recueil d’estampes d’après les plus célèbres tableaux de la galerie royale de Dresde (2 dln. Dresden 1755—57), schreef den slechts tot D. voltooiden Dictionnaire des artistes (4 dln.
Leipzig'! 778—90), en verscheidene andere werken over kunstenaars en kunst.(Christian Heinrich), een wonderkind, broeder van den vorige, geb. 1721 te Lubeck, was nauwlijks eenige maanden oud of begon reeds te spreken, kende de geheele geschiedenis van het Oude Testament van buiten toen hij 15 maanden oud was, en eenc maand later die van het Nieuwe Testament er bij. Toen hij twee jaren oud was beantwoordde bij alle vragen over geschiedenis en aardrijkskunde. Op zijn derde jaar was hij bedreven in het Fransch en in het Latijn. Hij leefde bijna van niets anders dan van het zog zijner min; toen men hem gespeend had leefde hij nog slechts eenige weinige maanden, en stierf 1725.